31 maart 2023

Het verhalen van een letselschadevergoeding is vaak mogelijk wanneer er letselschade is opgelopen buiten uw eigen schuld om. Deze letselschadezaken kunnen echter lang duren om rond te krijgen, wat voor met name het slachtoffer vervelend is om mee te maken. Maar waarom gebeurt dit eigenlijk?

De voornaamste drempel is vaak de rekenrente, wat het verschil tussen de toekomstige inflatie en het te realiseren rendement betreft. Hiermee wordt berekend of het slachtoffer met de letselschadevergoeding ook de schade in de toekomst kan dragen. Hierbij wordt momenteel gekeken naar drie verschillende tijdsvakken; de eerste 5 jaar na berekening van de letselschade, de 15 jaar hierop volgend en tot slot de termijn na deze genoemde periodes. Deze rekenrente wordt nu vaak bepaald door de rechters, welke helaas niet eenduidig genoeg zijn. Verschillende rechtbanken in Nederland hanteren namelijk andere percentages in rendement en inflatie. Hier moet dus duidelijkheid in komen, zodat in de toekomst een en dezelfde maatstaf gebruikt wordt.

Risicovrije rentes

Wanneer iemand door een ander zijn toedoen letselschade heeft opgelopen, behoort het gehele letselschadebedrag vergoed te worden. Hierbij dient het slachtoffer natuurlijk zo min mogelijk risico te lopen dat dit bedrag te laag uitvalt, maar daadwerkelijk de schade zal dekken. Dat betekent dus ook dat de kosten in de toekomst gedekt dienen te worden. Daarom dient de rekenrente vastgesteld te worden met risicovrije rentes.

Aanbevelingen

Professor Hoogduin (Rijksuniversiteit Groningen) heeft zich op dit probleem gestort en is uiteindelijk tot 6 aanbevelingen gekomen om dit probleem op te lossen. Echter is er nog wel iets aan te merken op sommige aanbevelingen.

    1. Niet drie, maar twee termijnen hanteren. In plaats van de eerdergenoemde opsplitsing van drie termijnen, is het logischer om twee termijnen te hanteren; de eerste 50 jaar en de periode hierna.

    Maar is 50 jaar wel een reëel getal? Een periode van 20 jaar zou meer representatief zijn aangezien bij een langere periode het voorspellen van bijvoorbeeld de spaarrente veel te speculatief van aard is. Bij een periode van 50 jaar is hier geen concrete data aan te hangen.

    2. Het is lastig om een risicovrije rente vast te stellen voor de tweede periode, 50 jaar is een lange tijd om in de toekomst te kijken. Gebruik hiervoor de groei van het bbp (bruto binnenlands product) over de afgelopen 20 tot 25 jaar om een reëel beeld te krijgen van de gemiddelde groei.

    3. Wanneer op het moment van de letselschade-uitkering de inflatie afwijkt van de norm, wat 2% betreft, dient aangenomen te worden dat in de komende 5 jaar deze getal zich weer recht zal trekken tot 2%.

    De inflatie die hier echter wordt bedoeld, is de prijsinflatie. Daar heeft natuurlijk niet alleen het slachtoffer, maar heel Nederland last van. Er dient juist aansluiting gezocht te worden bij loonontwikkeling en de inflatie hiervan.

    4. Met de HICP (Harmonised Index of Consumer Prices) kan de prijsontwikkeling van voedsel, energie en overheidsmaatregelen gecorrigeerd worden voor de afgelopen 12 maanden.

    Wederom wordt hier onjuist verwezen naar de koopkrachtontwikkeling en moet juist worden gekeken naar de inkomstenontwikkeling in Nederland. Het gaat namelijk om het hoeveelheid inkomen dat iemand had gegeneerd wanneer hij of zij geen slachtoffer was geworden van letselschade.

    5. Voor de eerste 50 jaar kan de swapcurve voor Nederlandse staatobligaties gebruikt worden om de rente te bepalen. Dit is de rente die de Nederlandse overheid betaald wanneer zij geld leent op de financiële markt. Deze rente is op moment van schrijven het hoogst in ruim tien jaar tijd (>3%).

    Ook hier is op aan te merken dat 50 jaar te lang is om te voorspellen. Het beleggen van kapitaal brengt daarnaast ook risico’s met zich mee, wat niet verwacht kan worden van het slachtoffer. Het risico moet juist zo laag mogelijk zijn.

    6. Om de risicovrije rente van de tweede periode te berekenen is het wijs om hier 5 jaar voor te hanteren aan het eind van de eerste 50 jaar.

Of de mogelijke invoer van deze regels het slachtoffer ten goede komt is nog de vraag. In de praktijk zien we namelijk vaak dat de berekening door invoer van nieuwe regels onnodig meer complex wordt gemaakt. Een navolging van dit voorstel kan er dan ook voor zorgen dat er een explosieve groei plaatsvindt van de belastingschade.

Letselschade verhalen met LetselPro

Of deze aanbevelingen worden opgepakt is nog maar de vraag. LetselPro is echter altijd op de hoogte van de regelingen en kan u uitstekend helpen bij elke stap in het letselschadeproces. Voor het verhalen van een letselschadevergoeding kunt u altijd contact opnemen met een van onze letselschadespecialisten via het contactformulier, of door te bellen naar 085 – 025 00 60. Onze hulp is voor u altijd kosteloos!

Doe de letselschadetest!